vrijdag 30 september 2011

Twee ons ham graag


Italië is niet alleen het land van Bunga Bunga, maar ook van de Bureaucratie die zijn weerga niet kent! Probeer maar eens zonder smeergeld of ringenkusserij een vergunning te krijgen.
De eigenaar van de COOP in het dorp wil graag dat alles ordentelijk verloopt, zonder creatieve improvisaties. Ik sta voor de balie met ham. Omdat er in een straal van 70 meter geen andere klant te zien is - en ook niet in de rest van het winkelcentrum - denk ik dat ik aan de beurt ben. Fout! Dit is Italië. Het gediplomeerde Hoofd Hamzaken - type Alexander Pechtold toen hij nog veilingmeester was - knikt geduldig naar de rode nummertjesklok met nummer 78. En welk nummertje heb ik getrokken? Toch maar even doen, zegt hij zonder te spreken. Nummertje 83 laat ik zien. Geeft niks, hij geeft de klok met rode cijfers wel een paar zetjes voorwaarts, hij heeft vandaag zijn positieve pet op. Op het moment dat ik diep inadem om mijn bestelling in foutloos Italiaans uit te spreken - ‘twee ons rauwe ham, doe maar die mooie droge, die toch al op de snijmachine ligt’ - is het tijd voor DE STEM!!! Uit een luidspreker vlak boven Pechtold’s hoofd KNALT EN DONDERT een ingeblikte vrouwenstem, hard genoeg om ook iemand die net even bukt achter de achterste winkelschappen, in deze mega-supermarkt is dat tweehonderdvijftig meter verderop, indringend genoeg om ook twaalf ruziënde Italianen te overstemmen: “DING DONG!!! GASTRONOMIA!!! SERVIAMO IL NUMERO 83!!!” Dus: Ding Dong. Afdeling fijne vleeswaren en rare dingetjes in olijfolie. Nummer 83 is aan de beurt.
De medeling duurt een volle minuut; de stem is indertijd afgewezen voor de toneelschool in Milaan en probeert er nu toch nog iets van te maken. Gastronomia kan best in een halve minuut en alleen al drie-en-tachtig in het Italiaans is genoeg voor nog eens vijfentwintig seconden aandacht. Al die tijd is bestellen zinloos, of ik zou moeten schreeuwen in mijn toch al magere Italiaans, de hele minuut lang die het tijdens de repetities duurde, om niet thuis te komen met zwarte inktvis in eigen inkt. Maar Pechtold kijkt me verbaasd aan van: “Schiet eens een beetje op, je bent toch aan de beurt?! Dit is je kans!”
Overigens: de ham was heel erg lekker.

donderdag 11 juni 2009

De toekomst van de haring


Haringen, vooral de Hollandse Nieuwe, zijn hele gewone, onbezorgde, hardwerkende vissen, die zich niks aantrekken van magere tijden. Ze hebben wel een staartje, maar geen kop. Daarom hebben ze ook zo weinig zorgen. Een keer per jaar komen ze op het Journaal. Het Journaal-item over de eerste haringen in gevangenschap, die nog opgegeten moeten worden, is al veertig jaar precies hetzelfde. De NOS krijgt namelijk altijd een telefoontje van de voorzitter van de vakbond van haringhandelaren (een machtige lobby en bovendien dwingender en harder dan de beruchte, Amerikaanse tonijnmaffia) met de mededeling dat het eerste vaatje nieuwe haring is verkocht voor veel geld, dat natuurlijk naar een goed doel gaat. Het dreigtelefoontje van de vakbond met de onschuldige naam COW (Commerciële Ontharing Wereldzeeën) eindigt altijd met: “O ja, zeg er even op het nieuws bij dat de haring lekkerder is dan ooit, heel groot voor een haring en lekker vet.”

De echte liefhebber weet ook wel dat een haring al eeuwen hetzelfde smaakt, namelijk een beetje naar zeewater en heel erg naar dooie vis. Wat bijna niemand weet: de allereerste haring, in de tijd van het paradijs en Adam en Eva, was een bespottelijk klein visje, ongeveer de helft van een sardientje. En veel minder lekker. Toen God de aarde en dus ook de zee had gemaakt in zes dagen, zou Hij op de zevende dag best een harinkje lusten. Maar Hij was helemaal geen grote eter. Pas in de Middeleeuwen kreeg je de eerste exemplaren van het formaat kleine haring. En zoals de 21ste eeuw de Eeuw van de Chinezen gaat worden, zo zal de 22ste eeuw de Eeuw van de Haring worden. Er zwemt dan een machtig superras rond, moddervet en levensgevaarlijk. Als je als visser uit Volendam vertrekt, hoef je geen netten meer uit te gooien of met radar te speuren naar een schooltje slome haringen. Nee, je besluipt gewoon zo’n mega-haring, schiet er een harpoen in en sleept hem mee naar huis. Opeten op de oudhollandsche manier met de staart tussen twee vingers boven de verlekkerd opengesperde mond is er dan natuurlijk niet meer bij!

vrijdag 22 mei 2009

Leuk Achterwerk


Lesbische meisjes zijn vaak leuk. Op de achterkant van de VPRO-gids zijn ze elkaar de laatste weken brieven aan het schrijven in de rubriek Achterwerk en dat is mooi om te lezen. Een 17-jarig anoniempje wilde als kind al heel graag lesbisch worden, omdat “het haar zo leuk leek dat je dan met je vriendin kleren kunt ruilen”.
Ik krijg dan meteen de nachtmerrie dat ik een relatie met Albert Verlinde heb (op zich al heel heel erg) en dat hij mij met zijn enge mondje dwingt ook eens van die lelijke kleren te dragen.
Een ander anoniempje is pas 14 en heel erg bi. Zij moet maar schrijfster worden, vind ik. Want over haar ‘not coming out’ zegt ze: “Zou je het percentage nemen van de mensen die het op mijn school weten, dan wordt dat afgerond 0, dus eigenlijk weet niemand ervan.”
Zoiets lees ik nou veel liever dan duizend pagina’s over de Da Vinci Code en andere mysteries, of twaalf boeken over Britse kostschooljongetjes die op een betoverde school zitten, die genoemd is naar een voetballer van Bayern München.
Een echt leuk boek vind ik ‘De poorten van Eden’ van Ethan Coen, die van de mooie films ja. Kunt u meteen naadloos door naar het volgende stukje blog, over mij en mijn zussen.

O brother, where art thou?



Ik heb vier zussen en ik zou ze graag allevier willen inruilen voor 1 broer, om broers te zijn zoals de gebroeders Coen dat doen. Ik ken wel wat mannen met humor, maar die zijn dan of iets minder geestig of niet mijn broer. Ik zag laatst een documentaire over Joel en Ethan Coen. Ze zijn nog leuker en droger dan hun films. Als twee ouwe wijven giechelden ze wat over hun succesformule. Die methode komt er in het kort op neer, dat alles wat ze verzinnen leuk is. En dat ze heel veel verzinnen. En dat het in niks lijkt op standaard Hollywood films. Ze zijn geen scriptschrijvers die jarenlang worstelen met een idee om het dan in maanden eenzame opsluiting te bewerken. Omgaan met een writer’s block? Als ze het even niet weten schrijven ze in vier weken (!) een film over een schrijver die het even niet weet (Barton Fink, Gouden Palm in Cannes).

Over The Big Lebowski moeten ze toch minstens vijf weken hebben gedaan, want echt elk detail in de film is hilarisch. Vinden vooral mannen, hoor ik wel eens. De film was dankzij alle humorloze vrouwen in de wereld geen kassucces, maar ik ken geen groter succes als ‘cult hit’. Dure films meegerekend voor nerds die ermee te koop lopen nerd te zijn. Trieste mannen, die in Star Wars pak of andere buitenaardse ruimtevaartfantasykleding in de rij gaan staan voor filmpremieres of handtekeningsessies van de robot R2-D2.

Van een café in Nijmegen kreeg ik een uitnodiging voor een avondje ‘dude zijn’ in badjas: An Evening with the Big Lebowski. Een party compleet met - uiteraard - bowlen en het drinken van White Russians, de cocktail die The Dude in de film drinkt voor hij zijn wijsheden op kalme toon meedeelt. “That rug really tied the room together”. “This aggression will not stand, man”. Als je zoiets verzint, verdien je het toch om met actrice Frances McDormand (de sheriff in Fargo) getrouwd te zijn?

zaterdag 31 januari 2009

Ode aan Rinus Michels


Een beetje laat, dat wel. Maar toen Rinus Michels in 2005 overleed had ik nog geen weblog. En heb ik ergens beloofd dat dit weblog heel erg actueel zou worden?
Een ode dus. Niet om zijn nooit meer te overtreffen prestaties als voetbaltrainer. Ik ga er voor het gemak van uit dat Nederland geen wereldkampioenschap meer zal winnen (Nederlands Elftal, EK 1988) en dat er niet nog eens een sportleraar en oud-voetballer met harde hand en heel harde stem van een leuke amateurclub de beste club van Europa maakt (Ajax, 1965-1973).
Ook niet omdat mijn vriend Hans Beerens hem zo perfect kan nadoen.
Nee, Rinus blijft altijd in mijn geheugen met de beelden net na het doelpunt der doelpunten van Van Basten (München, 1988). Geen raar dansje of andere gekke actie, nee gewoon de handen voor de mond vol ongeloof. Nooit meer overtroffen.
Rinus was niet alleen mooi blij, hij was ook grappig. Liever dan een hele avond met een cabaretier van de nieuwste lichting Nederlandse grappenmakers zie ik de zwart-wit beelden uit een documentaire over Rinus waarop hij tijdens een feestje met voetbalcollega’s een lied zingt. Zeg maar gerust: oorverdovend de zaal in buldert! Als in een stripverhaal zie je het blonde haar van zijn vrouw die voor hem zit alle kanten op wapperen! Het is een Engels lied, maar dat kun je door het vette accent van Rinus helemaal niet horen. Geeft niks, de geschrokken gezichten om hem heen maken heel erg veel goed.
Het allerleukste aan Rinus vond ik dat hij namen van wereldberoemde voetballers consequent verkeerd zei. Expres! Ik weet het zeker, want als hij het deed had hij een geinige twinkeling in zijn ogen. Het was zijn manier om verwende toppers nederigheid bij te brengen. Han van Breukelen in plaats van Hans. Roland Koeman in plaats van Ronald. Beenhakkers en niet Beenhakker. En natuurlijk het absolute hoogtepunt: BASTEN en niet Van Basten! Bedankt, Rinus.

woensdag 21 januari 2009

Rectificatie


Niet alle sponsors van weblog RadioBunzing zijn blij met de allereerste publicatie gisteren. De inauguratie van president Obama kreeg – terecht – meer aandacht, dus is het niet iedereen meteen opgevallen. Op het lijstje ‘mede mogelijk gemaakt door’ ontbraken door een technische fout de beide belangenverenigingen BOOS! en VERDRIETIG! En ook de stichting Watdefak! werd niet genoemd. De drie stichtingsbesturen tonen daar weinig begrip voor. In een teleurgestelde, nee woedende mail lieten ze weten met onmiddellijke ingang hun subsidie aan RadioBunzing te zullen stopzetten.
Het goede nieuws is dat dit weblog nu geheel doelstellingloos is.
En vanaf nu alleen nog maar vrolijke en blije onderwerpen hoeft te behandelen.

dinsdag 20 januari 2009

Obama moet blijven!


Welkom op RadioBunzing!
Dit weblog wordt mede mogelijk gemaakt door de samenwerkende stichtingen Onverklaarbaar Gedrag, Argeloze Passanten en Onbegonnen Werk. Er is een eenmalige subsidie verleend door The White House European Polecat Scholarships.
De vormgeving is van een webdesigner uit Middelstum, Groningen.
Mijn excuses daarvoor. Alle randstedelijke ontwerpers hadden wel wat anders aan hun hoofd. Let u vooral op de inhoud.