donderdag 11 juni 2009

De toekomst van de haring


Haringen, vooral de Hollandse Nieuwe, zijn hele gewone, onbezorgde, hardwerkende vissen, die zich niks aantrekken van magere tijden. Ze hebben wel een staartje, maar geen kop. Daarom hebben ze ook zo weinig zorgen. Een keer per jaar komen ze op het Journaal. Het Journaal-item over de eerste haringen in gevangenschap, die nog opgegeten moeten worden, is al veertig jaar precies hetzelfde. De NOS krijgt namelijk altijd een telefoontje van de voorzitter van de vakbond van haringhandelaren (een machtige lobby en bovendien dwingender en harder dan de beruchte, Amerikaanse tonijnmaffia) met de mededeling dat het eerste vaatje nieuwe haring is verkocht voor veel geld, dat natuurlijk naar een goed doel gaat. Het dreigtelefoontje van de vakbond met de onschuldige naam COW (CommerciĆ«le Ontharing WereldzeeĆ«n) eindigt altijd met: “O ja, zeg er even op het nieuws bij dat de haring lekkerder is dan ooit, heel groot voor een haring en lekker vet.”

De echte liefhebber weet ook wel dat een haring al eeuwen hetzelfde smaakt, namelijk een beetje naar zeewater en heel erg naar dooie vis. Wat bijna niemand weet: de allereerste haring, in de tijd van het paradijs en Adam en Eva, was een bespottelijk klein visje, ongeveer de helft van een sardientje. En veel minder lekker. Toen God de aarde en dus ook de zee had gemaakt in zes dagen, zou Hij op de zevende dag best een harinkje lusten. Maar Hij was helemaal geen grote eter. Pas in de Middeleeuwen kreeg je de eerste exemplaren van het formaat kleine haring. En zoals de 21ste eeuw de Eeuw van de Chinezen gaat worden, zo zal de 22ste eeuw de Eeuw van de Haring worden. Er zwemt dan een machtig superras rond, moddervet en levensgevaarlijk. Als je als visser uit Volendam vertrekt, hoef je geen netten meer uit te gooien of met radar te speuren naar een schooltje slome haringen. Nee, je besluipt gewoon zo’n mega-haring, schiet er een harpoen in en sleept hem mee naar huis. Opeten op de oudhollandsche manier met de staart tussen twee vingers boven de verlekkerd opengesperde mond is er dan natuurlijk niet meer bij!